De langer leven-uitdaging aangaan

Iedere tien jaar neemt de levensverwachting gemiddeld twee jaar toe. Onze kinderen leven misschien wel twintig jaar langer dan onze opa’s en oma’s. Dat is bijna 25% langer. En dat heeft impact op de inrichting van ons leven.

Stel je maar eens voor dat een dag ineens 30 uur duurt in plaats van 24 uur. Hoe zou je die extra zes uur invullen? Je kan zes uur langer op bed blijft liggen, maar dat lijkt niet waarschijnlijk. Althans niet op de lange termijn. Het lijkt ook niet waarschijnlijk dat je zes uur extra per dag bij je huidige werkgever gaat werken.

Maar wat ga je dan wel doen met zes uur per dag extra? Misschien breng je je kinderen naar school, ga je daarna naar je werk, besteed je wat tijd aan je hobby of studie, en ga je later op de dag naar een andere werkgever. Hoe je een langere dag precies in zou vullen weten we natuurlijk niet en doet er ook niet toe. Maar dit voorbeeld illustreert dat je je leven waarschijnlijk wezenlijk anders inricht als het veel langer duurt.

We denken nu vaak aan grofweg drie levensfasen: school, werk en pensioen. Als we langer gaan leven veranderen waarschijnlijk ook de levensfasen. De eerste tekenen van verandering zien we nu al. Zo stellen we trouwen en kinderen krijgen steeds langer uit. Zijn er steeds meer werkenden met een deeltijdbaan. En ook steeds meer mensen die ‘slashen’, ofwel twee banen combineren. Tegen het einde van het werkzame leven zien we daarnaast een toename van het gebruik van deeltijdpensioen.

Gaan we nog langer leven dan zijn er waarschijnlijk nog grotere veranderingen in de levensfasen. Misschien wordt een baan afgewisseld met een studie, gevolgd door een andere baan. Dit betekent ook dat we moeten omdenken als het gaat om voorzieningen zoals pensioen.

Nu wordt het langer leven-probleem bij pensioen aangepakt door de pensioenleeftijden te verhogen. Maar deze oplossing lijkt op de langere termijn onhoudbaar. Eén van de problemen is dat er grote verschillen zijn in levensverwachting tussen bijvoorbeeld laagopgeleiden en hoogopgeleiden. Het uniform ophogen van de pensioenleeftijd kan ervoor zorgen dat op den duur bepaalde demografische groepen naar verwachting de pensioenleeftijd niet meer werkend halen.

Op de lange termijn moet pensioen dus op een andere manier rekening houden met langer leven. Pensioen moet flexibeler inzetbaar zijn over de levensloop. Zo moet het mogelijk zijn om op veel meer verschillende uiteenlopende leeftijden dan nu met pensioen te gaan. Om parttime werken te combineren met parttime pensioen, ook als je nog niet zo ‘oud’ bent. En om pensioengeld in te zetten om bijvoorbeeld om te scholen. Want hoe realistisch is het om 60 jaar achter elkaar hetzelfde werk te doen?

Bron foto: Runnersworld

Dat is de langer leven-uitdaging en hoe jonger je bent hoe meer tijd je kan besteden aan een oplossing!