• 27 okt 2017
  • Blog
  • Vermogensbeheer

Dialoog over nucleaire veiligheid in België

​PGGM heeft het gesprek gezocht met Engie over de veiligheid van haar nucleaire operaties. Stakeholders hebben recht op volledige transparantie, schrijft Pieter van Stijn.

Er heerst maatschappelijke onrust over de veiligheid van kerncentrales in Tihange en Doel, net over de grens van Nederland. Voor PGGM was dat eerder dit jaar aanleiding om het gesprek te zoeken met de eigenaar van de centrales, energiebedrijf Engie, waarin PGGM namens Pensioenfonds Zorg en Welzijn en enkele andere pensioenfondsen heeft belegd. We willen er als aandeelhouder zeker van zijn dat Engie alles doet om de zorg over haar nucleaire activiteiten weg te nemen.

Engie is een internationale energieproducent die onderdeel uitmaakt van een zeer breed gespreide portefeuille van beleggingen, die in feite een weerspiegeling zijn van ons huidige energiesysteem: een mix van fossiele energie, nucleaire energie en alternatieve energie. Een groot deel daarvan zit in een aandelenportefeuille met zo’n 2700 ondernemingen die in een index zijn opgenomen. Die index volgen we – Engie is daarmee een van onze vele passieve beleggingen. Dat wil niet zeggen dat we kritiekloos aandeelhouder zijn; als institutionele partij hebben we de middelen om tot in de bestuurskamer van beursgenoteerde ondernemingen onze zorgen en verlangens te uiten.

Engie was al een onderneming die onze aandacht had: van alle energieproducenten in de passieve aandelenportefeuille brengen we al enkele jaren de CO2 voetafdruk van hun activiteiten in kaart. Ten behoeve van PFZW, dat de CO2-voetafdruk van haar totale belegde vermogen voor 2020 wil halveren ten opzichte van 2015, zijn we geleidelijk aandelen gaan verkopen van die energiebedrijven met de grootste CO2-uitstoot en het vrijkomende kapitaal herbeleggen we in de energieconcerns die relatief goed scoren. Deze operatie ronden we in 2019 af.

Met deze desinvesteringen zijn we het gesprek aangegaan met de ondernemingen om hen ertoe aan te zetten energie-efficiënter te worden en hun voetafdruk te verlagen – we zijn ervan overtuigd dat de meest efficiënte ondernemingen het beste gepositioneerd zijn voor de energietransitie.

Engie scoort relatief goed in deze categorie bedrijven, het heeft een relatief schone energiemix met 57% gas en 25% duurzaam. De strategie van het bedrijf is er bovendien op gericht bij te dragen en te profiteren van de transitie naar een duurzaam energiesysteem. Kernenergie vormt nu nog 6% van de energiemix van Engie en het zal de komende tijd ook een onderdeel zijn van onze totale energie-infrastructuur. Het heeft een lage CO2-uitstoot, maar is alleen toelaatbaar binnen een zeer strikte veiligheidscultuur.

De Belgische nucleaire toezichthouder, de FANC, concludeerde eind 2016 dat die veiligheidscultuur bij de kerncentrale in Tihange onvoldoende was. Toen dat naar buiten kwam, besloten we hierover de dialoog met Engie te zoeken. Tot die tijd hadden we gevaren op de rapportages van de nucleaire toezichthouders (Belgische en internationale) die geconcludeerd hadden dat de centrale in Tihange, evenals die van Doel, fysiek veilig waren – ook al was geconstateerd dat de stalen mantels van twee van de zeven reactors productiefouten bevatten.

De Belgische nucleaire toezichthouder was eind vorig jaar echter zeer kritisch over de naleving van veiligheidsvoorschriften in de centrale van Tihange. Recent klaagden maatschappelijke organisaties over onvoldoende openheid over de verschillende onderzoeken en onderzoeksrapporten. Dat voedt de zorgen van omwonenden.

PGGM heeft Engie inmiddels laten weten belang te hechten aan volledige openheid over de onderzoeken. Eerder dit jaar hebben we Engie gevraagd uit te leggen wat de exacte betrokkenheid is van het ondernemingsbestuur bij het nucleaire veiligheidsbeleid in de kerncentrales. In september 2017 hebben we een delegatie van Engie ontvangen. We wilden weten hoe nucleaire veiligheid op het hoogste niveau binnen de onderneming is georganiseerd en hoe Engie de aanbevelingen uit het kritische rapport van de Belgische toezichthouder oppakt.

Dat gesprek was verhelderend, maar nog niet naar volle tevredenheid. We hebben daarom vervolgvragen gesteld over de onafhankelijkheid van het interne dagelijkse toezicht en over openheid over de bevindingen van de interne nucleaire veiligheidscommissie die is ingesteld en die rechtstreeks rapporteert aan de Raad van Commissarissen van Engie.

Als maatschappelijk betrokken aandeelhouder willen we oog hebben voor de belangen van alle Engie-stakeholders. Wij erkennen de maatschappelijke zorgen over de veiligheid van de kerncentrales. Die zorgen kunnen alleen worden weggenomen als Engie en de toezichthouders overtuigend en in maximale transparantie aantonen dat de centrales veilig zijn.

Reacties van omwonenden en maatschappelijke organisaties tonen aan dat alleen de bevestiging van de toezichthouder dat de centrales veilig zijn, niet genoeg is om de onrust weg te nemen. Daarvoor is meer nodig. PGGM zal daarvoor zijn invloed als aandeelhouder blijven aanwenden.

Artikel delen of printen

klik op het icoon