• 17 dec 2018
  • Blog
  • Vermogensbeheer

Groene staatsobligatie: graag, maar niet tegen elke prijs

Als de overheid de Nederlandse energietransitie wil financieren met green bonds, is er pensioenkapitaal beschikbaar – mits de prijs goed is, aldus Wilfried Bolt.
Wilfried Bolt 480X480 Pggm

Wilfried Bolt

Senior Investment Manager Fixed Income

Het gaat goed met Nederland. De economische groei ligt al jaren ruim boven de 2 procent, al vlakt deze recent iets af ten opzichte van de rooskleurige voorspellingen eind 2017. Zulke groeicijfers maken het mogelijk om én op aardgasbaten in te teren én extra overheidsuitgaven te doen en alsnog een begrotingsoverschot te presenteren.

Dit jaar wordt een plusje op de Nederlandse begroting van 0,8 procent verwacht en in 2019 zelfs 1 procent. Dat zou het vierde jaar aaneen van zwarte cijfers betekenen, iets wat 45 jaar geleden voor het laatst is voorgekomen!

Gevolg van deze economische voorspoed is dat de staatsschuld dit jaar daalt naar 53 procent van ons BBP en in 2019 onder de 50 procent zal duiken. Dit staat in schril contrast tot landen als Italië (130 procent), België (101), of Frankrijk (97). Het beroep dat de Nederlandse overheid op de kapitaalmarkten doet, neemt hiermee aanzienlijk af in recente jaren.

In 2012 haalde het Agentschap 60 miljard euro op met staatsobligaties, in 2018 nog maar 24 miljard. De eerste inschatting voor 2019 bedraagt 19 tot 23 miljard euro. Desondanks heeft de minister van Financiën aangekondigd in 2019 één van de nieuw uit te brengen staatsobligaties in een groen jasje te steken. De green bond, met in eerste instantie een omvang van 4 tot 6 miljard euro, zal een minimale looptijd van 15 jaar hebben. PGGM juicht deze aankondiging van harte toe.

Staatsobligaties vormen de hoeksteen van een beleggingsportefeuille. Staatsobligaties zijn het ‘veilige’ deel van de beleggingen voor onze pensioenklanten, ze bieden spreiding in tijden van stress, verzorgen liquiditeit en zijn een verzekering in een scenario van forse rentedalingen. Maar zoals uit bovenstaande percentages al blijkt, neemt in onze opinie het aandeel van minder risicovolle staatsobligaties af (ook de staatsschuld van Duitsland daalt snel) terwijl risicovollere staatsobligaties een toenemend deel van het beleggingsuniversum vormen.

Dezelfde trend is trouwens ook sterk waarneembaar binnen bedrijfsobligaties. Dat Nederland zich dus gaat melden op het green bond toneel, is een welkome aankondiging. Nederland zal als eerste land met een AAA-rating een green bond gaan uitgeven en daarmee de mogelijkheden vergroten van investeerders om een gespreide duurzame portefeuille op te bouwen.

Het Ministerie van Financiën heeft becijferd dat er jaarlijks 3,5 tot 5 miljard euro aan overheidsbestedingen kan worden bestempeld als groen. Voorbeelden zijn uitgaven aan het spoorwegennet, energiebesparende maatregelen en de ontwikkeling van hernieuwbare energie. Maar ook de 1,25 miljard euro die tot en met 2032 ieder jaar gereserveerd staat voor het Deltafonds, om Nederland te beschermen tegen de gevolgen van klimaatverandering zoals de zeespiegelstijging, valt hieronder.

De broodnodige Nederlandse energietransitie is inmiddels in volle gang. Sinds 2015 vinden er al meer investeringen plaats in hernieuwbare energie en energiebesparingen dan in conventionele energie. Namens haar klanten draagt PGGM graag haar steentje bij aan deze energietransitie, en green bonds zijn hierbij één van de instrumenten die we willen inzetten.

In de brief aan de Tweede Kamer waarin de minister de groene obligatie aankondigde, stelt hij een hoge standaard neer te willen zetten, een voorbeeldrol te willen vervullen en te streven naar aanvullende certificering van de green bond.

Dat is allemaal zeer prijzenswaardig; hopelijk legt de minister daarbij niet teveel nadruk op de potentieel lagere rentekosten van green bonds – een boodschap die hem is ingefluisterd door zijn Belgische collega.

Lange termijnkapitaal van pensioenfondsen kan een hele nuttige functie vervullen bij het financieren van de Nederlandse energietransitie, maar zonder dat concessies worden gedaan aan de centrale opdracht: een zo’n goed mogelijk beleggingsresultaat behalen voor de deelnemers. In het beste geval brengen we financieel én maatschappelijk rendement samen in één belegging.

Artikel delen of printen

klik op het icoon