• 14 dec 2016
  • Blog
  • Vermogensbeheer

Investeerders en wetenschappers: werk samen als het om klimaat gaat!

Volgens het in oktober geratificeerde klimaatakkoord van Parijs mag er in 2050 nauwelijks nog CO2 worden uitgestoten. Dit vraagt om een radicaal ander beleid ten opzichte van fossiele brandstoffen.

Afgelopen week presenteerde het kabinet de ‘energieagenda’ waarin de route naar een CO2 arm Nederland staat geschetst. Ook de Nederlandse financiële sector presenteerde afgelopen week haar aanbevelingen aan de overheid hoe ze gezamenlijk bij willen dragen aan het financieren van de zeventien Sustainable Development Goals (SDG’s) van de VN. Dr. Ir. Rob Swart, klimaat expert en werkzaam als onderzoeker bij de Wageningen University & Research (WUR), gaf een presentatie over dit thema voor de medewerkers van PGGM. Zijn boodschap: de risico’s zijn echt en er is geen tijd meer te verliezen. We moeten hierin samenwerken, wetenschappers en investeerders!

De 2 graden grens
‘Wij gaan het vandaag hebben over klimaatverandering, en de risico’s ervan, voor mens en milieu en voor de financiële sector. Sinds november van dit jaar eist Brussel dat pensioenfondsen klimaatrisico’s in portefeuille beoordelen. Het is dus het juiste moment om dit verhaal hier te houden!’, aldus Swart.

Swart is al ruim 30 jaar op nationaal en internationaal niveau betrokken bij de discussie over klimaatverandering. In 2015 zijn de klimaatafspraken in Parijs door 150 landen ondertekend met in het hart van die afspraken het streven om de opwarming van de aarde te beperken tot maximaal 2 graden Celsius. De 2 graden grens is in 1990 mede door Swart voorgesteld op de klimaatconferentie van Genève. Hij introduceerde toen het stoplichtmodel, waarin het effect van de opwarming van de aarde is aangegeven.

‘Toen, ruim 25 jaar geleden was er eigenlijk maar weinig informatie beschikbaar’, vertelt Swart. ’Intussen is er veel onderzoek gedaan en kunnen we veel beter onderbouwen wat voor risico’s er zijn. De nieuwe kennis heeft bevestigd wat we toen dachten en de perspectieven zijn intussen zelfs somberder geworden’. Om aan de twee graden norm te kunnen voldoen moeten fossiele brandstoffen in de grond blijven. ‘We kunnen niet meer uitstellen. Halverwege deze eeuw, moet de uitstoot van CO2 zelfs negatief worden, door bijvoorbeeld bebossing’, aldus Swart.

Record breaking year
In 2016 is een aantal grenzen doorbroken. De concentratie C02 in de atmosfeer is tot boven de psychologische grens van 400 parts per million gestegen en 2016 is het warmste jaar ooit gemeten. Daarnaast is de grens van 1 graad opwarming bereikt. De 2 graden grens komt dichterbij, met alle gevolgen van dien. Swart vertelt over de risico’s voor ecosystemen, voor eilanden die bij verder opwarming onder water komen te liggen en over de risico’s van extreem weer.

In zijn presentatie weidt Swart uit over de drie door Marc Carney (G20 financial stability board) onderscheiden risico’s voor de financiële sector. Ten eerste is er een fysiek risico. Klimaat en extreme weersomstandigheden hebben impact op verzekeringsverplichtingen en op de waarde van de beschikbare financiële activa. Daarnaast is er sprake van een aansprakelijkheidsrisico. Hierbij moet gedacht worden aan de impact van mogelijke claims van partijen die geraakt zijn door klimaatverandering. Ten slotte is er een transitierisico. Het gaat hier om de financiële risico’s die een gevolg zijn van de overgang naar een koolstof arme, groene economie. Veranderingen in beleid en technologie zouden tot een herbeoordeling van activa kunnen leiden en mogelijk tot stranded assets. Swart refereert hierbij naar een oneliner uit een onderzoek van Mabey (2014): “Mitigate for 2 degrees, adapt to 4”.

‘Wanneer we kijken naar klimaatrisico’s, moeten we focussen op de hele supply chain’, stelt Swart. Van begin tot eind, van input tot logistiek, van distributie tot consumptie: er zitten in elke fase risico’s. Swart noemt als voorbeeld de hittegolf en de daaropvolgende lange periode van droogte die de zuidelijke staten van de VS in 2012 hard raakte. Allerlei gewassen werden door de droogte vernietigd, waarna er te weinig eten was om vee te voeden en de prijzen voor zuivelproducten stegen en daarmee ook de wereldvoedselprijzen. Ook is het belangrijk potentiele conflicten tussen verschillende SDG’s te onderkennen. De 2 graden norm, vraagt bijvoorbeeld om land-intensieve oplossingen die ten koste kunnen gaan van voedsel productie. ‘Beleid moet dit niet negeren en het potentieel conflict tussen de productie van biobrandstoffen en voedsel onderkennen.’ Swart noemt klimaatverandering een ‘risk multiplier’: klimaatverandering versterkt andere problemen, zoals migratie, voedselschaarste, waterschaarste, etc..

De problemen zijn echt en er is reden tot zorg. Het COP21 akkoord biedt een commitment van de internationale gemeenschap om het klimaatprobleem aan te pakken. Het is echter volgens Swart de vraag of Parijs daadwerkelijk een turning point is. ‘De deelnemende landen moeten hun beloftes nog waarmaken.’ Swart ziet klimaatverandering als technisch en economisch oplosbaar. Daarbij is in Parijs ook politieke wil getoond. De volgende uitdaging is die politieke wil in actie en daadwerkelijke emissiereductie om te zetten.

Naast risico’s ook kansen
Swart sloot zijn presentatie af met een positieve noot. ‘We hebben het vanmiddag over risico’s gehad maar we moeten niet vergeten dat er ook kansen liggen: er zijn heel veel kansen die ook financieel aantrekkelijk zijn!’

Swart pleit voor een betere samenwerking tussen investeerders en wetenschappers. ‘Er is kennis aanwezig in wetenschappelijke kring waar investeerders iets aan kunnen hebben, maar we maken geen contact met elkaar. Er is dialoog nodig! De WUR staat klaar om kennis te delen.’

Rob Swart
Coordinator international climate adaptation research Alterra

Artikel delen of printen

klik op het icoon