• 17 aug 2016
  • Blog
  • Pensioen

Oplossing pensioenproblemen zit in het combineren van “best of both worlds”

Helder is dat het huidige pensioenstelsel hoe dan ook gaat veranderen. Terecht denk ik. Maar pensioen is in ons land een “heilig huisje” en verandering roept weerstand op.
Marianne Van Gelder 480X480 Pggm

Marianne van Gelder

Pensioenjurist

Tegelijkertijd zijn er partijen voor wie de verandering niet snel genoeg kan worden ingezet. Een weerbarstig dossier dus.

In de SER zijn oplossingsrichtingen verkend en het kabinet gaat enkele daarvan verder onderzoeken. De varianten liggen tussen twee uitersten: enerzijds de puur individuele pensioenpot, met nauwelijks risicodeling (“ieder voor zich”) en anderzijds de traditionele collectieve uitkeringsovereenkomst, met veel risicodeling. Naar mijn mening ligt de oplossing in de combinatie van deze twee uitersten.

Individuele pensioenpotten verschuiven het probleem maar lossen het niet op
Worden pensioenproblemen opgelost door over te stappen op puur individuele pensioenpotten? Voor pensioenfondsen wel. Zij hebben dan geen last meer van ongemakkelijke dekkingsgraden, want er zijn geen harde verplichtingen meer. Maar met een puur individuele pensioenpot lopen deelnemers, net als pensioenfondsen, tegen dezelfde weerbarstige financiële markten op. Ook zij moeten immers van het individueel gespaarde kapitaal op pensioendatum een pensioenrecht aankopen. Ook zij hebben last van een lage rente en een stijgende levensverwachting. Net als pensioenfondsen dus. Kortom: ook voor individuen wordt pensioen duurder. De rekening ligt dan echter bij de individuele deelnemer. Het risico is dus niet weggewerkt maar verschoven naar de deelnemer. Prettig voor het pensioenfonds, maar niet voor de deelnemer. De puur individuele pensioenpot is dus geen oplossing. We moeten grote risico’s blijven delen.

Samen risico’s delen is van alle tijden en de basis van elke verzekering
Financiële schade verdelen is de basis van elke vorm van verzekeren. Het verdelen van een (te) grote schadelast, in redelijkheid en op basis van vooraf gemaakte afspraken, is van alle tijden en niet onderhevig aan modegrillen. Grote financiële risico’s kunnen en willen de meeste mensen namelijk niet zelf lopen.
Bij risicodeling hoort wederkerigheid. Iedereen die betaalt, zou een potentiële gebruiker moeten kúnnen zijn.
Daarnaast moet klip en klaar zijn welke verevenende elementen er zitten in de risicodeling. Risico’s zijn namelijk nooit gelijk.
Er vindt dus vrijwel altijd een zekere “risicoverevening” plaats. Dat houdt in dat de verschillende risico’s niet exact worden doorberekend in de prijs. Daar is niets mis mee zolang er een bewuste keuze voor is gemaakt en er draagvlak voor is. Voorbeeld is de verevening tussen mannen en vrouwen. Hun risico’s zijn ongelijk maar de premie niet.
Als deelnemers zijn aangesloten bij een collectief zoals een pensioenfonds, kunnen financiële risico ‘s worden gedeeld en verevend met een grote groep anderen. Dat heet “solidariteit”, maar deze term is te vaag en leidt, mede om die reden, tot onbegrip en onbehagen. Tijd wellicht om afscheid te nemen van deze term. Maar niet van de gedachte die er achter zit: het (ver) delen van schade. Want risico’s delen is niet het probleem, maar juist de oplossing. Daarbij zij wel aangetekend dat dat anders moet dan nu. Hoe dan?

Contractsvarianten van risicodeling en risicoverevening
Sociale partners kunnen nu kiezen uit twee uitersten. Aan de ene kant de huidige uitkeringsovereenkomst waarin (te) veel wordt beloofd en waarin de risico’s eigenlijk niet meer te managen zijn. Aan de andere kant de puur individuele pensioenpotten waarin alle risico’s bij de deelnemer liggen. De SER heeft nu een aantal tussenvormen ontwikkeld.
Als sociale partners dicht bij de huidige uitkeringsovereenkomst willen blijven, dan kunnen zij kiezen voor de “ambitieovereenkomst”. Daarin wordt anders dan nu geen zekerheid beloofd, maar een ambitie nagestreefd. De pensioenuitkering wordt daarmee meer voorwaardelijk. Dit geeft een reëler beeld van wat mensen kunnen en mogen verwachten. Daarnaast kunnen sociale partners kiezen voor persoonlijke pensioenpotten maar dan mét collectieve risicodeling. Beide tussenvormen zijn naar mijn mening een voorbeeld van het combineren van “best of both worlds”.

Transparantie is belangrijk maar geen doel op zich
Het kabinet lijkt bevreesd dat risicodeling ten koste gaat van transparantie. Dat zal wellicht zo zijn, maar we moeten ons wel realiseren dat transparantie belangrijk is maar geen doel op zich. Zeker niet als er met iets minder transparantie betere resultaten kunnen worden geboekt. Als je ernstig ziek bent, zie je ook niet af van een complexe operatie als je vooraf niet precies te horen krijgt wat een chirurg allemaal gaat doen. Wat mij betreft moet een pensioencontract zo transparant mogelijk zijn. Met name over de kosten en over de risico’s die men loopt en op welke wijze deze risico’s worden gedeeld en met wie. Maar we moeten daar in ook niet doorschieten. Daarbij vraag ik me af of puur individuele pensioenpotten zoveel transparanter zijn dan andere systemen.

Dus….
Goed om kritisch naar het huidige stelsel te kijken en daarbij ook te rammelen aan deuren van “heilige huisjes”. Laten we daarbij in elk geval niet terugvallen op “ieder voor zich”- systemen. Die creëren immers op tamelijk willekeurige wijze pech- en geluksvogels bij pensionering. Dat leidt tot maatschappelijke onrust en onvrede.
De oplossing is de gulden middenweg. Met meer dan nu geïndividualiseerde pensioenpotten maar dan met behoud van collectieve risicodeling van in elk geval de grote en onvoorspelbare financiële risico’s. In combinatie met meer individuele keuzemogelijkheden en meer transparantie zou dit een eind tegemoet kunnen komen aan de kritiek op het huidige stelsel. Geen afbraak dus maar een grondige renovatie van het heilige huis met behoud van het fundament.

Artikel delen of printen

klik op het icoon